Wat is adaptief beleid?

Slim omgaan met onzekerheden en bijstelmogelijkheden

Adaptief beleid, een adaptieve strategie en adaptief programmeren. Sinds de ontwikkeling en toepassing van adaptief deltamanagement binnen het Nederlandse Deltaprogramma komt de term ‘adaptief’ in combinatie met beleid steeds vaker voor. Het succes van de adaptieve aanpak en het Deltaprogramma heeft gezorgd voor een versterkte aandacht voor flexibiliteit en adaptiviteit in beleidsbeslissingen van de Nederlandse overheid. Zo moeten grote infrastructuurprojecten adaptief geprogrammeerd worden als er sprake is van onzekerheid.

Maar wat is nu eigenlijk adaptief beleid? De praktische invulling loopt sterk uiteen. Sommigen gebruiken een adaptieve aanpak om maar geen beslissingen te hoeven nemen, keuzes uit te stellen en af te wachten. Duidelijk mag zijn dat dit niet de beoogde invulling is zoals ontwikkeld voor het Deltaprogramma. In dat geval zouden we afwachten totdat Nederland onderloopt en gaan dan pas de dijken verhogen. Hoe ziet de ideale adaptieve aanpak er dan wel uit?

Adaptief beleid is het slim omgaan met onzekerheden en kansen, door deze te onderkennen en transparant mee te nemen in de besluitvorming. Het betekent dat je rekening houdt met het feit dat de overheid, de maatschappij of wie dan ook, het handelen na verloop van tijd kan bijstellen, bijvoorbeeld als de kosten van een alternatief flink veranderen of als sommige risico’s achterhaald zijn of juist werkelijkheid worden. Je betrekt de factor tijd en flexibiliteit in de analyse.

Vier implementatieniveaus

Wat is slim omgaan met onzekerheden en kansen? Er zijn verschillende werkwijzen die je allemaal adaptief kunt noemen, in feite slim, slimmer, slimst. Het ontwikkelingsniveau verschilt. Net zoals je kunt lopen als een kind dat net de eerste stapjes zet of als hardloper Usain Bolt. Beleidsmakers die stellen dat ze adaptief te werk gaan, gebruiken meestal één of meer adaptieve elementen, maar zelden worden alle aspecten volledig en actief benut. Daarom noemen we hier de verschillende mogelijkheden. Op hoofdlijnen onderscheiden wij vier niveaus. Slim uitrollen, slim anticiperen, slim combineren, slim ontwerpen. Echt adaptief is het pas, als er actief wordt gezocht naar de beste oplossing.

Niveau 1: slim uitrollen

De eerste stap is rekening houden met onzekerheid en adaptiviteit door beleid stap voor stap uit te rollen. Wanneer je vooraf niet de volgende stap bedacht hebt dan wordt het ook wel incrementele besluitvorming genoemd. In adaptief beleid heb je vooraf de volgende stap of mogelijke opties juist wel bedacht, maar je legt niet in een keer alles vast. Je volgt de ontwikkelingen en maakt naar bewind van zaken een volgende keuze. Hierdoor wordt voorkomen dat te snel een te grote investering gedaan wordt. Je wacht het optimale moment af voor de volgende stap. Je legt niet direct een nieuw station aan wanneer niet duidelijk is of en wanneer nieuwe woningen en kantoren gerealiseerd gaan worden.

Passief: incrementeel beleid, actief: een ontwikkelpad adaptief uitrollen

Niveau 2: slim anticiperen

Bij een volgend niveau bekijk je of er ook voor het meest extreme scenario en alle mogelijke risico’s voldoende maatregelen, mitigatieopties en tijd beschikbaar zijn om toch de beleidsdoelen te halen. Hierdoor voorkom je dat je op een doodlopend pad uitkomt of dat je ingehaald wordt door de tijd. Zo helpt het niet om in 2028 te kiezen voor windpark als je daarmee in 2030 de klimaatdoelen wil halen. Deze oplossing zal nooit op tijd duurzame elektriciteit produceren. En als je kiest voor stapsgewijze dijkverhoging dan zou er een moment kunnen komen dat een heel andere oplossing nodig is. Een dijk kan nu eenmaal niet oneindig verhoogd worden. Wanneer je dat punt niet hebt zien aankomen en een oplossing hebt voorbereid, komt het beleidsdoel “droge voeten” in gevaar.

Passief: regulier risicomanagement, actief: alternatieve ontwikkelpaden voorbereiden

Niveau 3: slim combineren

De derde stap onderzoekt het combineren van opgaven qua planning om of de kosten en overlast te beperken of qua oplossing om in een keer meerdere problemen op te lossen. Bijvoorbeeld een warmtenet aanleggen wanneer het riool vervangen wordt of het aanleggen van stedelijk water en groen om hittestress en wateroverlast te verminderen en de kwaliteit van de leefomgeving te verhogen. In de planning van het beleid houdt je rekening met de timingsmogelijkheden van de verschillende onderdelen. Soms leidt dat bewust tot uitstel, soms tot versnelling van de plannen.

Passief: kansen pakken als ze langskomen, actief: kansen zoeken en inbouwen

Niveau 4: slim ontwerpen

Het meest uitgebreide niveau ontwerpt een optimale beleidsstrategie rekening houdend met slimme combinaties, resulterende risico’s en de kosten en effecten van beschikbare maatregelen, tijd en faseringsopties. Je stelt de strategie slim samen zodat deze minder risicovol wordt en beter gebruik wordt gemaakt van kansen die zich nog zullen voordoen. Je combineert de resultaten van voorgaande niveaus en indien nodig verschillende strategieën om onder alle omstandigheden het doel te kunnen realiseren. Voor de laagste kosten en risico’s onderzoek je of het zin heeft voorinvesteringen te doen zodat maatregelen die later misschien noodzakelijk zijn dan goedkoper kunnen worden uitgevoerd of überhaupt mogelijk blijven. Denk bijvoorbeeld aan het reserveren van ruimte om op termijn een weg te kunnen verbreden of het verlengen van een brug zodat op termijn de rivier kan worden verbreed als klimaatverandering dat nodig maakt.

Passief: een beleidsstrategie samenstellen uit statische maatregelen, actief: zoeken naar en inbouwen van flexibiliteit en risicoreductie in de strategie.

Stratelligence

Stratelligence stond aan de wieg van het adaptief programmeren en heeft diverse klanten en sectoren geholpen bij het vinden van de optimale adaptieve strategie. Ook meer halen uit een adaptieve aanpak? Neem gerust contact op.

“Adaptief beleid betrekt flexibiliteit en de factor tijd in het handelingsperspectief.” (Gigi van Rhee, directeur Stratelligence)