Een adaptieve energietransitie

Hoe kan het kabinet de energietransitie adaptiever maken?

“Deze invulling van adaptief beleid zorgt dat Nederland flexibel blijft in de energietransitie en de koers bij kan stellen als zich onverwachte ontwikkelingen voor doen.” Zo sloot minister Wiebes de recente beleidsbrief Rijksvisie marktontwikkeling voor de energietransitie af. Daaruit valt op te maken dat ook hij de energietransitie graag adaptief invult. Maar is het beleid ook voldoende adaptief? Er zijn nog verbetermogelijkheden.

Wat is nodig voor ‘slim’ uitrollen, ‘slim’ anticiperen, ‘slim’ combineren en ‘slim’ ontwerpen (zie wat is adaptief beleid)? Ter inspiratie noemen we enkele voorbeelden om het beleid adaptiever te maken.

Slimmer uitrollen door langer vooruit te kijken

Slim uitrollen betekent dat je vooraf de mogelijke vervolgstappen bepaald maar deze niet direct in beton giet. Afhankelijk van de ontwikkelingen pas je het tempo of de schaal van de uitrol aan.

De brief vermeldt de eerstvolgende stappen van de beleidsagenda die in de komende jaren worden uitgewerkt en de periodieke evaluatie hiervan. Deze beschrijving suggereert echter nog geen doordachte en uitgewerkte ontwikkelpaden. Bij adaptief beleid verwacht ik deze wel, net als meetbare criteria om te evalueren of men op de goede weg is. Waarom laat het Kabinet nu pas bouwstenen verzamelen voor het geval de Europese Green Deal resulteert in een doel van 55% broeikasgasreductie in 2030? In een adaptieve strategie heb je de vervolgmaatregelen al klaar staan. Je hoeft enkel te checken of er nieuwe informatie is die wijzigingen nodig maakt. Je wilt snel reageren op ontwikkelingen en geen tijd verliezen. Dat we met 49% reductie in 2030 niet klaar zijn, is al lang bekend.

Slimmer anticiperen door minder risicovolle investeringen en back-up maatregelen

Ook als de ontwikkelingen tegenvallen, wil je voldoende maatregelen, mitigatieopties en tijd beschikbaar hebben om toch het doel te halen. Dus moet je slim anticiperen op deze risico’s, ze bij voorkeur voorkomen en zorgen dat er voldoende reservemaatregelen zijn. Recent besloot minister Wiebes om (eenmalig) in Denemarken groencertificaten te kopen. Dat is €100 mln. tot €200 mln. om aan het EU-doel voor 2020 te kunnen voldoen en ingebrekestelling, boete en dwangsom te voorkomen. Een dure grap. Nu de steun voor het gebruik van biomassa verder lijkt weg te vallen, dreigt dit risico weer groter te worden. De discussie over biomassa loopt al geruime tijd en de achterstand in het bereiken van het 2020-doel is ook al lang bekend. Vertrouwen op nieuwe biomassacentrales past alleen in een adaptieve strategie als er ook een goede en snelle back-up beschikbaar is. Laten we vooral wat meer marge inbouwen, zeker als de gekozen maatregelen niet zonder risico zijn.

Slimmer combineren door meer koppelkansen te zoeken en te benutten

Het slim combineren van verschillende opgaven is een derde element van adaptief beleid. Dit zie je bijvoorbeeld in wijken waar de energietransitie wordt gecombineerd met herinrichting of vervanging van het riool, of waar corporaties groot onderhoud combineren met isolatie en een duurzamere warmtevoorziening. Er valt echter nog wel wat te winnen. Hiervoor moet over verschillende domeinen en afdelingen heen worden gekeken. Dat blijft lastig. Een voorbeeld: in 2018 besloot het kabinet de aardgaswinning in Groningen zo snel mogelijk stop te zetten. Dit leidde tot het snel afbouwen van internationale gasleveringscontracten, de verplichting voor de industriële grootverbruikers af te stappen van Groningsgas en de aanleg van een stikstoffabriek om hoogcalorisch importgas aan te lengen tot gas met Groningse kwaliteit.

Combinatie van de afstap van Groningsgas met doelen voor de energietransitie, de economie en de waterstofambities van Noord-Nederland had per saldo gunstiger kunnen uitpakken. Bijvoorbeeld via het vermengen van importgas met groene waterstof en een klein deel stikstof. Het resultaat voor de afbouw van de gaswinning is hetzelfde. Maar, er hoeft minder te worden geïnvesteerd in tijdelijke oplossingen. Het kip-ei-probleem voor waterstof wordt doorbroken. Nederland behoudt een positie in de internationale gashandel. En het verdienvermogen en de werkgelegenheid in Noord-Nederland krijgen een impuls.

Slimmer ontwerpen door te faseren en te investeren in het verminderen van risico’s

Slim ontwerpen is de ultieme vorm van adaptief beleid maken. Een belangrijk aspect dat vaak nog mist, is het actief inbouwen van flexibiliteit en het verminderen van de risico’s in het ontwerp van de strategie. De minister heeft gelijk dat de huidige stap-voor-stap invulling van het beleid zorgt dat Nederland flexibel blijft en de koers bij kan stellen als zich onverwachte ontwikkelingen voordoen. Maar bij adaptief beleid bouw je ook op andere manieren flexibiliteit in. En je vermindert de risico’s op andere wijze.

Voor meer flexibiliteit kan een doordachte fasering nuttig zijn. Een voorbeeld: tot 2050 zullen de meeste huishoudens gemiddeld nog twee keer hun verwarmingsinstallatie vervangen. De eerste vervanging hoeft dus nog niet de definitieve oplossing te zijn. Vanuit deze gedachtegang kunnen ook huishoudens buiten de wijkaanpak kosteneffectief een bijdrage gaan leveren aan CO2-reductie, zonder dat men risicovolle investeringen moet doen (zie onze Laagdrempelige energietransitie voor Energie-Nederland).

Proeftuinen met aardgasvrije wijken zijn verstandig. Met pilots doe je ervaring op om de risico’s voor de volgende wijken te verkleinen. Met een iets andere invulling en nauwgezette doelen en criteria zouden deze pilots effectiever kunnen zijn. Van de proeftuinen die in 2018 aan de slag zijn gegaan, komt het merendeel uit op een warmtenet, vaak op biomassa of restwarmte. Daar zitten minder technische risico’s aanvast dan aan geothermie of aquathermie. Maar er is wel een risico dat de warmtebron op termijn niet meer beschikbaar of geaccepteerd is. Dat risico los je niet op met de proeftuinen. Ook vallen er volgens de Rekenkamer de nodige kanttekeningen te zetten bij hoe ervan wordt geleerd. En als deze kennis niet slim wordt gebruikt, mis je mogelijkheden om de risico’s in het vervolg te beperken of kansen te verzilveren.

Stratelligence

Stratelligence stond aan de wieg van het adaptief programmeren en heeft diverse klanten en sectoren geholpen bij het vinden van de optimale adaptieve strategie. Ook meer halen uit een adaptieve aanpak? Neem gerust contact op.

“Chance favours the prepared mind” (Louis Pasteur)