aanleiding
Potentieel tegengestelde belangen kunnen het moeilijk maken een gezamenlijke visie of strategie te ontwikkelen en goed samen te werken. Oplossing hiervoor is eerst het vinden van gedeelde belangen en het identificeren van punten waar geen verschil van inzicht over bestaat. Pas daarna wordt gesproken over discussiepunten. Vaak blijkt een potentieel tegengesteld belang veel minder groot dan verwacht.
toepassing
Een gedeeld belang vindt Stratelligence door indien nodig per partij door te vragen naar de achtergrond van elke positie totdat we ons in elke partij kunnen verplaatsen en oplossingen vanuit ieders perspectief kunnen vóórdenken.
Via het gedeelde belang kunnen inhoudelijke voorstellen gevonden worden die aansluiten bij de belangen van verschillende stakeholders, zodat een samenwerking of visie geaccepteerd en gedragen werd. |
meerwaarde
Stratelligence wordt door onze evidence-based en neutrale aanpak erkend als onafhankelijke partij en kan zich o.a. door eigen ervaring in veel sectoren en domeinen in elke partij verplaatsen. Stratelligence kan zo ieders belang aan de anderen uitleggen.
In verschillende projecten zijn we in staat geweest een verbindende rol te vervullen en met inhoudelijke voorstellen te komen die aansloten bij de belangen van verschillende stakeholders, zodat een samenwerking of visie geaccepteerd en gedragen werd.
Publicaties over Verbinding
Stratelligence publiceert regelmatig papers, presentaties, e-boeken en brochures over onze speerpunten en methodieken. Heeft u interesse? Bezoekers van onze website kunnen gratis één van onze publicaties downloaden.
Rekenrente nazorgfondsen stortplaatsen
Dit rapport beschrijft een breed gesteund voorstel voor een rekenrentemethodiek die gebruikt kan worden om de hoogte van het doelvermogen bij overdracht van stortplaatsen naar een provincie te bepalen. De methodiek lost de door de afvalsector, Rijk en de provincies ervaren problematiek op, biedt stabiliteit en kan door alle provincies binnen de huidige wet- en regelgeving worden gehanteerd.
Keteninnovatie
Boek samengesteld op verzoek van het World Class Maintenance Consortium met best practices van onderhoudsbedrijven, OEMs en gebruikers van kapitaalgoederen over het stroomlijnen van de samenwerking in de onderhoudsketen. Keteninnovatie helpt onderhoudsbedrijven zichzelf te positioneren op een evolutionaire ladder. Deze positionering maakt duidelijk welke stappen gezet kunnen worden om het bedrijf verder te ontwikkelen.
Projecten over Verbinding
Aanleiding
Het Zuid-Hollandse eiland Goeree-Overflakkee moet een proeftuin voor ‘groene’ waterstofprojecten worden. De provincie Zuid-Holland heeft daartoe Stratelligence gevraagd penvoerder te zijn voor een convenant waarin overheden, kennisinstellingen en bedrijfsleven verklaren economisch kansrijke projecten te zullen onderzoeken en waar mogelijk uit te voeren.
Aanpak
Projecten in het convenant zijn de conversie van groene stroom in waterstof, een fabriek waar waterstof wordt omgezet in ammoniak ten behoeve van de productie van groene kunstmest, het gebruik van waterstof om de bebouwde omgeving te verwarmen, een regionale waterstofrotonde die het eiland verbindt met het Rotterdamse havencomplex en het gebruik van waterstof in mobiliteit, zoals waterstofdeelauto’s, gebruik in scheepvaart en een of meer tankstation met groene waterstof. De projecten dekken de verschillende toepassingen van waterstof binnen de energietransitie af en vormen zo een voorbeeld voor gebruik en opschaling elders.
Resultaat
Het Zuid-Hollandse initiatief is binnen 8 weken opgesteld en ondertekend en het eerste in Nederland waarbij zoveel partijen betrokken zijn. Tot de 28 partijen die de ambities ondersteunen, behoren de provincie Zuid-Holland, de gemeenten Goeree-Overflakkee en Rotterdam, TNO, ECN, TU Delft, Siemens, Yara, Gasunie, Stedin, Connexxion, Havenbedrijf Rotterdam, Deltalinqs, Deltawind, Hyundai en Toyota.
Aanleiding
De provincies zijn verantwoordelijk voor de eeuwigdurende nazorg van stortplaatsen, die na 1 september 1996 gesloten zijn. Om deze verantwoordelijkheid te kunnen bekostigen, hebben zij nazorgfondsen ingericht, die zijn gevuld met heffingen opgelegd aan de stortplaatsexploitant, tot het moment van overdracht. De hoogte van de heffingen en het doelvermogen bij overdracht worden sterk bepaald door de rekenrente.
Door een aantal provincies is de initiële rekenrente verlaagd. Dit resulteert landelijk in verschillende rekenrentes, hogere doelvermogens en hogere heffingen aan de exploitanten van de stortplaatsen. Deze effecten kunnen aanzienlijk zijn.
Aanpak
Op verzoek van het ministerie heeft Stratelligence advies gegeven over een methodiek om de rekenrente te bepalen die duidelijk is, alle elementen in ogenschouw neemt, stabiliteit biedt en door alle provincies binnen de huidige wet- en regelgeving kan worden gehanteerd.
Hiervoor zijn verschillende alternatieven onderzocht waarbij sprake is van een op te bouwen doelvermogen en zijn verschillende methoden geïnventariseerd om de rekenrente te bepalen.
De problematiek en alternatieven zijn besproken met vertegenwoordigers van provincies, de afvalsector en het Rijk. Door het betrekken van alle stakeholders, is de hoop dat de uitkomst door alle partijen gedragen kan worden.
Resultaat
Het eindadvies is uitgebreider dan alleen een methodiek voor de rekenrente omdat uit de analyse naar voren kwam dat voor het echt oplossen van de problematiek ook een uniforme uitkomst en een vergelijkbaar beleggingsrendement voor de provincies nodig zijn. Het voorstel voor een gezamenlijk beleggingsfonds, de berekening van het doelvermogen en de te gebruiken methodiek om een uniforme rekenrente te bepalen kon rekenen op zeer brede (maar niet unanieme) steun onder provincies, rijk en afvalsector.
Op dit moment wordt door de provincies en het Interprovinciaal Overleg onderzocht of men het voorstel overneemt. De overstap kan grote implicaties hebben en moet bestuurlijk worden getoetst bij de colleges en provinciale staten.